Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Nierstenen

Wat is nierstenen?

In de urine zitten afvalstoffen die met het plassen worden afgevoerd. Als afvalstoffen niet helemaal oplossen in de urine, dan kunnen er in het nierbekken kristallen of steentjes ontstaan. Dit noemen we nierstenen.

Kleine niersteentjes kunt u uitplassen, maar soms blijft een steentje in de urinewegen steken. Dit kan de oorzaak zijn van een niersteenaanval. Een niersteentje kan soms ook de oorzaak zijn van stuwing of een infectie in de urinewegen.

Mannen hebben ongeveer 2 maal zo vaak een urinesteen als vrouwen.

Als een wat groter steentje in de urineleider klem komt te zitten, dan krijgt u een aanval van pijn in uw zij of in uw buik.

De urineleider probeert de steen steeds wat verder naar de blaas toe te werken. Dit geeft steeds weer een pijngolf. Wanneer de urineleider even stopt met ‘knijpen’, is ook de pijn even weg.

Nierstenen komen vaak voor. Waarom ze bij sommige mensen ontstaan en bij andere niet, is niet helemaal duidelijk. In sommige families komen nierstenen vaker voor.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

  • Plas door een theezeefje of plas in een potje en zeef de urine daarna. Zo kunt u de steen opvangen en weet u zeker of u de steen heeft uitgeplast. Voor de verdere behandeling kan het soms helpen om te weten wat voor soort steentje het is.

  • U mag gewoon eten en drinken (1,5 tot 2 liter per dag).

  • Een speciaal dieet is niet nodig om nierstenen te voorkomen.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Bel de huisarts:

  • als de pijnstillers onvoldoende helpen;
  • als u tijdens of na de niersteenaanval koorts krijgt;
  • bij pijn bij het plassen.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Thiazide-plasmiddelen
Thiazide-plasmiddelen verminderen de hoeveelheid calcium in de urine. Hierdoor zullen nierstenen met calcium minder snel ontstaan. Voorbeelden zijn chloortalidon en hydrochloorthiazide.

Allopurinol
Allopurinol verlaagt de productie van urinezuur. Hierdoor daalt de hoeveelheid urinezuur in het bloed en zullen nierstenen met urinezuur minder snel ontstaan. Het duurt enkele weken tot maanden voor het volledige effect van allopurinol is bereikt.

Febuxostat
Febuxostat verlaagt de productie van urinezuur. Hierdoor daalt de hoeveelheid urinezuur in het bloed en zullen nierstenen met urinezuur minder snel ontstaan. Febuxostat wordt alleen voorgeschreven als allopurinol onvoldoende heeft geholpen. Het duurt enkele weken tot maanden voor het volledige effect van febuxostat is bereikt.

Natriumcitraat en Kaliumcitraat
Natriumcitraat-drank en kaliumcitraat-drank maken de urine minder zuur. Hierdoor lossen sommige nierstenen op, vooral stenen met kalk erin.

Penicillamine
Penicillamine verbetert de oplosbaarheid van de nierstenen die de stof cystine bevatten. Hierdoor zullen nierstenen met cystine minder snel ontstaan.

Tamsulosine
Tamsulosine kan helpen de nierstenen beter uit te plassen.